13-11-1944
Om half 8 gingen we na veel afscheid van huis. Roelie werd door een velo
met brancard afgehaald.
Het afscheid van Friso was het moeilijkst. Gelukkig bleef tante Mies
thuis bij hem
achter, erg lief van haar. Om 8 uur stonden we allemaal op het
Oranjeplein. Om half 9 gingen
we zwaar beladen de poort uit. Woutertje was erg stil.
112
We moesten nog een poos wachten op de vrachtauto’s en bussen, die ons
naar het station
zouden brengen. Tante Emy en mevrouw Vink verrasten ons door ook nog
even buiten de
poort naar ons toe te komen. Eigenlijk kon dat niet, maar ze waren met
een brancard meegegaan.
En zo waren zij de laatsten, die ons van Tjihapit na wuifden. Om 9 uur
vertrokken we.
Langs de Grote Postweg en de Papandajanlaan reden we naar een klein
stationnetje in de
buurt van Karèes. We hoorden bij reisgroep 7 en onze Hantyo of leidster
was mevrouw Ebelink.
Weldra werden we als vee met stokslagen met een bamboe de wagons
ingedreven. Ook
Woutertje kreeg een slag op zijn hoofdje, die mam gelukkig iets kon
afweren. Hij huilde niet.
Wat was dat een vernedering!
We zaten met ons 68en in een vierde klas wagon (klas kambing1). Om 10
uur vertrokken we
in de richting van Garoet. Roelie lag gelukkig in de ziekenwagon, waar
mam ook nog een
hele tijd is geweest als haar verzorgster. Ik heb haar daar nog 2
briefjes gestuurd en wat
dengdenglumpers2. Onze Merdikaburen hadden die zo fijn voor ons
klaargemaakt. Ook zelfs
aparte voor Woutertje met wat groente erin. Hij vond ze erg lekker. Hij
is erg lief geweest en
heeft zelfs nog even geslapen. Eerst moesten alle raampjes dicht blijven,
maar later mochten
ze af en toe open. We kwamen langs prachtige landschappen. Wouter vond
het heerlijk om
naar buiten te kijken, het was dan ook zijn eerste treinreis. Maar bij
elk station moesten de
raampjes dicht. Onderweg kwam er telkens een Jap kijken of we er
allemaal nog waren. Iets
ergs was, dat we maar één w.c. hadden. Veel kinderen hadden het in de
buik. Als dokter
hadden we dr. Hennequin de Haas meegekregen. Als de raampjes dicht waren,
was het stikkend
heet. Als ze dan weer open mochten, trokken we allemaal onze jassen aan,
want we waren
doornat. 's Avonds passeerden we de stations Maos en Kroja. Daar hielden
we lang stil
en kregen warm water.
Mam was intussen alweer bij ons teruggekomen, want iemand anders wilde
wel bij Roelie
blijven. Zo gingen we de nacht in. Voor de kinderen werd er zo goed en
zo kwaad als dat
ging een slaapplaats gemaakt. Mam en ik hielden om de beurt Wouter op
schoot en trachtten
zittende wat te slapen. Wat werden we daar stijf en pijnlijk van. Ik heb
me ook nog een poosje
een plaats op de grond weten te veroveren. Dan lag je tenminste even
uitgestrekt. Maar
telkens kwam de dokter langs met een zieke of er moesten mensen naar de
w.c. Een lamp
hadden we niet, dus moesten we het met kaarsen doen. Eindelijk zagen we
het wat lichter
worden buiten en om 5 uur
stopte de trein en waren we in ...... Solo! Daar moesten we uitstappen.
Die arme mevrouw Lob gleed uit over het treeplankje, viel naar beneden
en brak haar pols.
Zo zielig was dat! Maar gelukkig werd ze toen bij het ziekentransport
opgenomen. Toen
moesten we ons opstellen en gingen bepakt en bezakt op weg. Eerst door
een kampong,
daarna langs een lang stuk weg, de hoek om en daar zagen we de bilikken
muren van ons
toekomstig woonverblijf liggen. Wat waren we vermoeid en uitgeput! We
wankelden bijna
de poort binnen. Daar moesten we ons weer opstellen en werden weer
geteld en naar een bilikken
loods gebracht. Maar de mensen van dit kamp ontvingen ons heel
vriendelijk. Ze
brachten ons heerlijke koffie en thee. Weldra werden ons in de loods
onze britsen aangewezen,
waar we doodmoe op neer ploften. Woutertje holde eerst vrolijk over al
die britsen heen
en weer, maar na een poosje mocht dat niet meer en bond mam hem aan een
stuk touw vast,
waarop hij vreselijk begon te huilen. Hij huilde maar en huilde maar tot
mam eindelijk met
hem ging liggen en hij in slaap viel. Toen kon ik me ook niet meer goed
houden en heb eens
flink uitgehuild. Ik was ook zo moe en het was een vreselijke reis
geweest.
1 geit
2 rijstkoekjes met vlees
113
Mam gaf me toen een slaappoeder en al gauw viel ik diep in slaap. Zo
merkte ik er niets van,
dat al onze tassen en rugzakken onderzocht werden. Gelukkig is er niet
veel uit gehaald, alleen
een paar foto’s van pappie in militair costuum, een paar boekjes en ons
mesje met het
gele heft. Maar dat mesje werd even later weer door een jongetje weer
terug gebracht. Dat
had hij er stilletjes uitgehaald. Ook de boekjes kregen we na een paar
dagen weer terug, wel
met een Japans stempel er in.
Onze loods heet Blok 19 en bestaat uit twee lange zalen A en B, met
bilikken wanden. Er
zijn geen raampjes in, er is bovenaan wat bamboe latwerk voor de
ventilatie.
De britsen liggen tegen elkaar aan en voor elke drie personen zijn er 2
britsen, dus wij kregen
er 4. We hebben echt inlandse badkamer-w.c.’s, namelijk kleine kamertjes
met ingebouwde
stenen bakjes en een gat in de grond met 2 stenen ophogingen er naast
voor je voeten.
Maar iets anders is fijn: we hoeven ons eten niet bij de gaarkeuken te
halen, maar dat wordt
in teilen op de blokken gebracht en daar uitgedeeld. Een troost is dat
we het nu precies he tzelfde
hebben en geen haartje beter dan de mannen. Het eten is hier
aanmerkelijk veel beter,
behalve het brood. Dat is verschrikkelijk plakkerig. 's Middags krijgen
we rijst, sajoer. 1 lepel
kedelé 1 en één of andere sambal2. Erg lekker.
Eén van onze Tjihapit-broodjes ruilden we om tegen een paar klompen.
We hebben al twee kennissen ontdekt: mevrouw Graafstal, die we vroeger
in Poerwakarta als
mevrouw Gehl gekend hebben. Ik heb me heerlijk in de badkamer van haar
blok mogen baden.
Verder ontmoetten we tot onze verrassing tante Christien Slotemaker de
Bruïne. Zij
vond het ook zo enig ons weer te zien. Ze is hier de dominee van het
kamp. Al die mensen
van dit kamp kwamen ongeveer een jaar geleden uit de vrouwenwijk in
Malang. Dus ze zitten
hier al een jaar! Brrrr!
Roelie is meteen vanuit de trein met een auto naar het ziekenhuis
gebracht en wordt nu daar
fijn verzorgd. Paul is ook erg moe en slaapt de hele middag al. Er zijn
hier ook grote jongens
en een paar mannen in het kamp. Ze zijn allemaal kaalgeknipt en dat
staat tocht zo lelijk, net
boeven.
Woutertje krijgt hier maar 200 cc melk per dag. Wat dat betreft, kregen
we in Tjihapit veel
meer. Er is ook geen karnemelk. Toen we 's avonds aan het eten waren,
kwam de kampcommandant
Funakushi langs en vroeg, of we het eten hier beter vonden. Het schijnt,
dat hij
erg aardig is en goed voor dit kamp zorgt. De mensen hier azen allemaal
op onze lekkere
broodjes en ruilen ze graag in voor andere spullen.
14-11-1944
We hadden nog geen bultzakken, klamboes of dekens, maar we hebben als
blokken geslapen.
We sliepen op onze jassen en mam samen met Woutertje op een kleine
bultzak van tante Aaf
(mevrouw Graafstal). Vanmiddag kwamen de bultzakken binnen, alles door
elkaar. Eindelijk
vonden we na een hele poos zoeken drie van de vier terug. Wat zullen we
heerlijk slapen!
Dat is tenminste wat beters dan de grond in de trein, waar je gekronkeld
tussen vele benen
door moest liggen. Onze buren zijn mevrouw Leefers met Hansje en Bubi en
aan de andere
kant mevrouw Beckman met haar zoontje Bernie. Dat arme jongetje heeft
lang blond haar,
want zijn moeder vindt het jammer dat af te knippen, voordat zijn vader
het gezien heeft.
Verder is ze erg aardig.
Ik ben vanmorgen al onze vuile kleren gaan wassen in het washok. Dat is
een grote kamer
met ingebouwde waterbakken aan weerskanten en in het midden een grote
stenen tafel om op
1 soja. Peulvrucht met hoge voedingswaarde en grondstof voor voedsel,
verfproducten en medicijnen.
2 verzamelbegrip voor Spaanse peper, fijngewreven in een vijzel of
uitgeholde wrijfsteen met gefermenteerde
vis - of garnalenpasta en een beetje rawit, een extra hete soort sambal.
114
te boenen. Gelukkig konden we de teil van tante Aaf lenen, want onze
emmers zijn nog
steeds niet binnen.
Dit kamp was eigenlijk een ziekenhuis. Nu zijn er grote barakken bij
gebouwd en bestaat het
uit twee delen: het Solokamp en het Boemikamp, onder verdeeld in 31
blokken. Weet je wie
ik hier ook weer terugzag? Tineke Fokkinga. Ze is erg mager geworden. We
vonden het zo
leuk elkaar weer te ontmoeten en veel Lyceumdingen op te halen. Er
worden hier in het
kamp geen lessen gegeven. Alleen kinderen van 3-6 jaar mogen naar een
schooltje. Dat is
jammer, maar we zijn van plan zelf verder te gaan en mam zal ons dan
helpen. Nu hebben
we er nog geen fut voor, want we zijn nog allemaal erg moe en slap.
Roelie maakt het gelukkig
goed.
15-11-1944
Vandaag zijn onze koffers binnen gekomen, maar eerst zijn ze bij de
poort helemaal doorzocht.
De Jappen en de Kleponners1 haalden er van alles uit, vooral ook kaarsen
en lucifers.
Van ons ook het mooie potlodenétui van Heleen en van Paul wat loden
soldaatjes en vliegtuigjes.
Eén dame had een kilo spek in haar koffer. De Jap vroeg haar bars: “Dari
mana?2” Ze
antwoordde vrolijk: “Dari gedèk”. Toen moest hij ook lachen en na haar
een poos te hebben
laten wachten, tekende hij haar koffer toch af.
Eén van de Kleponners sneed een knot wol door, waar hij iets hards in
voelde. Het was .....
een leeg klosje! In de loods hebben we de koffers meteen uitgepakt.
Boven de britsen hebben
we een plank, waar we van alles op kunnen leggen. De koffers zelf gaan
onder de britsen.
Heleen en Paul hebben het in de buik en krijgen nu een week nassi-tim.
Die is hier uitstekend,
altijd met worteltjes en bouillon erin. Woutertje krijgt dat ook maar
dan gezeefd.
's Morgens om 8 uur en 's avonds om 9 uur is er appèl en om 10 uur gaat
het licht uit. Dus
net als bij de mannen. We hebben geboft, want we hebben een plaatsje net
onder een lamp.
16-11-1944
Donderdag. Vanmorgen kregen we onze klamboes, dekens en emmer. We hebben
gelukkig
nog weinig last van muskieten gehad.
Woutertje was vandaag erg lastig tot mam hem ten einde raad met een touw
aan één van de
palen vastbond, zo dat hij toch nog wat lopen en spelen kon. Hij vond
het vreselijk. We missen
zijn box toch zo. Alle jongens boven de 6 jaar zijn hier kaal ge knipt
en vanmorgen zijn
ook die van onze loods onder handen genomen. Paul vond het
verschrikkelijk. Eerst heeft hij
een hele tijd met zijn hoofd onder zijn kussen ge zeten, want hij durfde
zich niet te laten zien.
Maar het troostte hem wel, toen we zeiden, dat pappie en Friso nu
waarschijnlijk ook kaal
waren. Hij ziet er nu wel zielig uit.
Alle mensen moeten hier officieel 6 uur kampdienst verrichten, maar
haast niemand doet het.
Riet Lips en ik hebben tot kamptaak de rijst- en soepteilen af te wassen,
als het eten uitgedeeld
is. We voelen ons allemaal nog erg loom en tollen 's avonds ons bed in.
19-11-1944
Zondag. Vandaag is tante Aaf jarig. Woutertje bood haar een zakdoek en
een bloem aan, wat
ze erg leuk vond. Verder waren er nog veel kampcadeaux, waar toch heel
aardige bij waren.
Vanmorgen was onze loods aan de beurt voor de kapster. Je kunt hier
zelfs prachtige krullen
en golven laten maken. Wij hebben ons alleen laten bijknippen. Laatst
zijn we allemaal ontluisd,
want er was één vrouw in de loods, die ze had.
1 Indische soldaten in Japanse dienst (iets als in Holland de Landwacht)
2 Waar komt dat vandaan?
115
Roelie is nu gelukkig bijna beter en zal wel gauw thuis komen. Het is
hier de laatste tijd erg
warm. Voor Woutertje mogen we 's morgens en 's avonds een papje laten
koken. Daar krijgt
hij dan zijn yoghurt doorheen. Gelukkig zijn de plantjes heel over
gekomen.
20-11-1944
Ik ben vandaag ziek geworden. Mam denkt, dat het influenza is. Bah,
niets leuk!
24-11-1944
Friso jarig vandaag! Waar zou ons jongetje zitten en hoe zou hij het
maken? Tante Aaf wist
het en kwam een mooie witte bloem brengen. Arme mam!
Ik heb nassi-tim dieet gekregen.
Vervolg met korte notities:
29-11-1944
Donderdag. Met influenza naar het ziekenhuis. Lag bij mevrouw Bakker (is
overleden) en
mevrouw de Vries. Dieet: bouillon, puree en groentesoep. Dinsdag,
Donderdag en Zondag
bezoek van 12 uur tot half 1.
Uitstel van vertrek voor de mannen en de jongens. Ze hoeven niet meer
kaal geknipt.
5-12-1944
Sinterklaas ging alle loodsen langs met 2 Pieten. Ook Funakushi ging mee.
Woutertje zei: “Piet, Piet!” Verder kan hij ook zeggen: “Pap eten, boek,
toomai, buite eten,
ting-ting, linke en eten, Goelie-Goelie, Akoe, Jien, Friso , Emy, Mies
en Aaf”
11-12-1944
Ik ben overgebracht naar het rusthuis, waar ook Els Smits en andere
kennissen liggen. Het
gaat gelukkig iets beter.
13-12-1944
Vandaag mocht ik uit het rus thuis weg.
16-12-1944
Weer ziek helaas.
24-12-1944
Tante Chris hield een kerstdienst op het Tjemaraplein. De Jap wenste ons
goede dagen en
een gelukkig nieuwjaar toe.
Als tractatie zat er ei in de sambal en ieder kreeg één djeroek nipis 1.
Wij hebben het binnen
ook versierd met zelfgemaakte hulst en een paar slingers.
Ik voel me gelukkig weer goed. Roelie heeft het alweer in de buik,
waarschijnlijk een staartje
van de bacillaire muis.
Bij de koffie aten we colombijntjes (cake) met roerkoffie, net een
taartje!
26-12-1944
Er werd een kerstspel opgevoerd.
1 kleine, groene citroen.
116
29-12-1944
Nu is mam ziek, ook een vorm van bacillaire dysenterie, maar gelukkig
niet erg.
31-12-1944
Oudejaar. Er mocht een korte kerkdienst gehouden worden. Mam en ik lazen
wat verhalen
voor. Om 10 uur ging echter het licht uit en we zijn gewoon gaan slapen.
1945
1-1-1945
Woutertje ziek. Gelukkig konden we wat rijstepap voor hem krijgen. In de
loods is het erg
warm en daarom dragen we hem om de beurt buiten in de schaduw van de
bomen.
3-1-1945
Heleen heeft waterpokken en Paul heeft weer last van zijn buik.
6-1-1945
Om 12 uur moesten de mannen en de jongens vertrekken. Niemand weet
waarheen.
7-1-1945
Voor het eerst had ik dienst als fushinban (nachtwacht), samen met
mevrouw Groenewegen.
Bij de Japanse contrôle moest ik zeggen:
“Dai dju kju kumi no fushinban fukumuchu ijo harimasen,” dat wil zeggen:
“Ik ben de nachtwacht van blok 19 en meld, dat er niets bijzonders is.”
Helaas werd ik erg beroerd, voelde me misselijk en had erg veel diarrhee.
Om 1 uur werd ik naar het ziekenhuis gebracht.
's Middags om 3 uur kwamen er nieuwe mensen binnen uit Ambarawa,
Soerabaja en Karèes,
gelukkig weinig zieken. Heleen is nu ook flink ziek, maar Woutertje is
gelukkig weer beter.
We herdachten het 8-jarig huwelijk van Juliana en Bernhard.
10-1-1945
Vandaag voel ik me wat beter en mag puree hebben. Ben nog slap als een
vaatdoek.
Het is nu ook de verjaardag van Doortje Dohrendorf. Hoe zou ze het maken?
11-1-1945
Vandaag weer bezoekdag, altijd leuk. Sliep vanmorgen nog een hele poos,
dus het bezoekuur
kwam gauw dichterbij. Ik dacht even, dat mam het vergeten was, maar
gelukkig kwam ze
toch. Ze vertelde, dat het met de ziekjes goed ging en dat Woutertje
weer prachtige hoopjes
had. Ze zal het wel erg druk hebben, denk ik.
Na afloop van het bezoek heb ik een poos liggen huilen. Ik voelde me ook
zo slap en vervelend.
Niet, dat ik het hier niet goed heb. Ik lig hier best en krijg vrij goed
te eten, zelfs dat
hapje puree is iets bijzonders. Toen de dokter zag, dat ik gehuild had
en vroeg waarom dat
was, zei ze meteen, dat ik morgen weer gewoon rijst met sajoer mocht
eten. Dat zou me wat
opknappen en aansterken. Ik hoop het maar.
14-1-1945
Zondag. Ik lig nu in het rusthuis, vlak naast het plekje waar ik de
vorige keer lag. Ik voel me
al een stuk beter, maar nog erg slap. Toch gaat het de goede kant op.
Gistermiddag was het hier niet erg rustig, want een stel Jappen en
Kleponners waren in een
boom achter het rusthuis een uitkijkpost aan het bouwen. Waarvoor weten
we niet. Een paar
meisjes moesten de bamboes ervoor splijten. Dat waren toch zulke rare
wichten. Ze flirtten
met de Jappen en kregen dan wat sigaretten. Bah!
21-1-1945
Gelukkig weer thuis! Gistermorgen zijn mam, Roelie en ik naar de kerk
geweest.
118
Tante Chris had een prachtige tekst: “Laat de kinderen Israels
voorttrekken op de weg, die Ik
hen wijzen zal!” Het was zo goed te begrijpen. Daarna hebben we nog een
poosje met Woutertje
op het Tjemaraveld gezeten. Voor hem is het daar een fijne speelplek
zonder modder
en zonder vuilnisbakken.
Van de Ambarawa-mensen hebben we een goede manier geleerd om roerkoffie
te maken.
Eerst moet je het koffie-extract schuimig kloppen en er dan telkens een
lepeltje suiker aan
toe voegen. Het wordt dan net koffieroom en het lijkt veel meer.
Een hele tijd hebben we geen suiker en geen pap gehad, gisteren voor het
eerst weer wat.
Toen was er trouwens nog een heerlijke verrassing van de gaarkeuken:
echte ha ché met stukjes
vlees en aardappel. Wat hebben we gesmuld. Met ons tokogeld zijn we deze
maand niet
toegekomen, want we zijn in het begin te royaal geweest.
Tot Februari mag ik de was nog niet doen van mam, want ze is bang, dat
ik dan weer gauw
ziek wordt. Ben ik dan echt zo’n echt slap poppetje geworden? Maar ik
help haar toch met
ophangen en uitspoelen, want ze voelt zich ook vaak heel erg moe.
Het is nu wonderlijk met ons gesteld, want .......we zijn allemaal beter!
Heerlijk.
Alleen Roelie heeft nog spruw-dieet voor haar buik. Dat is heel lekker:
vier of vijf verschillende
groenten en een kopje bouillon met een stuk vlees erin. Woutertje krijgt
ook wat van
de bouillon. Dan trekt hij toch zo’n leuk verheerlijkt gezicht!
Gisteren zei Roelie: “Woutertje, zeg eens: Goeiemorgen, mammie!”. Toen
zei hij: “morge
mammie, morge mammie!” Heel grappig. Het is zo’n schattig kereltje!
Nog een triest bericht: vanmiddag stierf dr. Engels. De laatste tijd
zijn er veel sterfgevallen.
Ik denk, dat ik waterpokken ga krijgen, want er zit al één dikke op mijn
buik en één op mijn
arm.
1-2-1945
Ik ben nu gelukkig weer beter. De vorige week was ik het ergst ziek,
want ik zat vol waterpokken
en die jeukten toch zo! Ik voelde me ook heel naar, maar nu is het leed
geleden. Ik
ben zelfs gisteren al met de babat-ploeg naar buiten geweest. We moesten
het gras langs een
sloot weghalen en een heg tot onder aan toe afkappen. Het was allemaal
zwaar werk en we
hadden het stikwarm, maar de Jap vond, dat we het niet goed genoeg deden
en liet ons nog
wat nablijven. Eindelijk mochten we om 2 uur na een lange preek naar
huis. We waren allemaal
erg verbrand.
We hebben lang zonder suiker gezeten, maar vandaag deelde de keuken 1
ons per persoon uit
en morgen krijgen we misschien wat van de toko. Deze maand zullen we
heel wat zuiniger
bestellen, anders komen we weer niet uit.
Woutertje is weer erg ziek geweest. Ongeveer een week geleden kreeg hij
hoge koorts en die
bleef maar aanhouden. Op de vijfde dag besloot mam hem toch maar in het
ziekenhuis te laten
opnemen, wat we allemaal verschrikkelijk vonden. Maar gelukkig, de
koorts daalde de
volgende dag wat. Er kwamen rode vlekjes op zijn buik.
Men zei, dat het de vijfdaagse ziekte was geweest (wat dat dan ook zijn
mag).
Hij was nu heel wat opgewekter, maar nog o zo slap. Tegen alles zegt
hij: “Nee”.
Maar we zijn zo blij, dat het niet iets ernstigers was.
19-2-1945
Ik ben nu bij de patjolploeg1 ingedeeld, die uit 100 vrouwen en meisjes
bestaat. Elke morgen
hebben we van 9 – 12 uur dienst. Roelie zit bij de wiedploeg en heeft
's middags dienst van 2 – 5 uur. Vermoeiend, maar gezond werk in de
buitenlucht.
1 hakschop; een schop, waarmee men ook kan hakken
119
We voelen ons de laatste tijd allemaal erg slap en sloom, wat natuurlijk
komt door het weinige
eten. We hebben al een poosje geen brood meer gehad, alleen maar pap.
Er zijn nu twee nieuwe doktoren gekomen: Dr. van de Broek en Dr. de
Haas, de broer van
Dr. Hennequin, erg leuk voor haar. Een hele tijd geleden is hij ook in
Tjimahi geweest en
heeft pappie daar gesproken, maar hij wist zich er maar weinig van te
herinneren. Daarna
kwam hij in een vrouwenkamp in Semarang. Hij vertelde, dat ze daar beter
behuisd waren,
maar het eten was er veel slechter. Onze loods vond hij heel beroerd om
in te wonen. De
laatste tijd hebben we veel last van rajaps1. Elke nacht moeten we
voelen aan de palen van
onze britsen, of ze al dan niet naar boven geklommen zijn en in de
matrassen zitten. Laatst
vonden we een heel muizennest in onze rugzak met vijf piepkleine muisjes
erin. Ze hadden
een heerlijk zacht nestje gemaakt van de buitenkant van mam’s mooie
boodschaptas. Ook
aan andere dingen was geknaagd. Erg jammer! Op een nacht hebben ze ook
de helft van onze
lomboks weggesleept en die op de plank van mevrouw van Nie opgepeuzeld.
Alleen de
pitjes waren nog over.
28-2-1945
Ik patjol nu 's middags, want dat komt mam beter uit. Vandaag hadden we
vrij, want om 11
uur ging de sirene en moesten we allen de loodsen binnen. Maar gelukkig
duurde het alarm
niet lang en mochten we weer naar buiten.
Vandaag geen sambal, want er waren geen lomboks2 binnen gekomen. Maar de
soep was bijzonder
lekker met stukjes vlees en aardappelen erin. Brood krijgen we nog
steeds niet, alleen
maar pap, pap, pap.
Een poos geleden heb ik een mooi plannetje bedacht: om voor mam’s
verjaardag Woutertje
uit te tekenen. Roelie houdt hem dan voor me vast. Het is heel moeilijk,
maar het lukt wel.
Tante Chris heeft in onze loods een Zondagschooltje opgericht, waarvan
Roelie, Heleen,
Henny Giese Koch, Corry Lieneman en ik de juffrouwen zijn. De vorige
Zondag had Heleen
influenza en Paula heeft toen voor haar klasje gezorgd. Gelukkig is ze
nu weer beter, maar ze
ziet er nog zo bleek uit, vergeleken bij onze bruinverbrande velletjes.
Woutertje is nu weer
zo gezond als een visje en mam voelt zich ook wel goed, maar is vaak
gauw moe en slap.
Daar hebben we allemaal trouwens last van.
12-3-1945
Wat vliegt de tijd om! Over 3 weken is het alweer Pasen. Gisteren was
het Zondag, samen
zijn we naar de kerkdienst op het Tjemaraveld geweest. Bij die diensten
is er altijd een Jap
en een tolk aanwezig. Tante Chris hield de preek en daarbij las ze een
mooi stuk voor over
de lijdenstijd van Jezus. 's Middags hadden we ons Zondagschooltje.
Omdat het pijpestelen
regende zijn we met de kinderen op de gang van zaal B gaan zitten. We
hebben over het laatste
avondmaal verteld. Mijn kinderen begrepen het wel, maar Heleen vond het
wat moeilijk
voor haar kleintjes.
Meestal hebben we dat uurtje in de morgen, maar nu moesten alle
tuinwerksters aantreden.
De dienstregeling is weer veranderd. Eerst moesten we elke dag 3 uur
werken 's ochtends of
's middags. Nu is het: om de dag 2½ uur 's ochtends en 's middags.
Roelie is bij de mensen,
die vandaag gewerkt hebben en ik ga morgen weer.We krijgen allemaal de
Zondag, de
Woensdagmiddag en de Zaterdagmiddag vrij en dat is fijn. Het patjollen
valt me wel mee. In
het begin kreeg ik blaren aan mijn handen, maar er zijn nu eeltplekken
gekomen. Toen ik
laatst na het werk mijn patjol stond af te wassen bij de put in het
Boemikamp, hoorde ik een
1 witte mier, termiet
2 Spaanse peper, waarvan sambal wordt gemaakt.
120
ontzettend ge kraak. En wat bleek: Er was een Jap aan het kappen geweest
aan één van de
grote regenbomen voor onze loods. Eén tak had toen in zijn val een heel
stel andere meegesleept.
De Jap kwam er niet zo bijster goed van af. Zijn arm kwam tussen twee
takken en
is waarschijnlijk erg gekneusd of gebroken. Toen hij uit de boom klom,
hing die arm slap.
Hij klom de ladder af en viel toen flauw. Een andere Jap ving hem op.
De vorige week mochten we weer een briefkaart aan pappie schrijven,
zelfs met een datum
erbij. We schreven:
9 – 3 – 2605 (Japanse tijdrekening)
Pappie, Friso tertjinta,
Abis banjak sakit, sekarang semoea sehat, harep Friso2 djoega. Kartoepos
belon
terima. Siangmalem inget Friso2. Pertjaja Toehan. Woutertje pienter
betoel, di kareta api
manis sekali, enak tidoer. Doeloe kita tinggal disini sama Kapa,
sekarang sama Jaap, Bertha,
Christien. Salemaleikum Friso2, soedara2, sobat2.
Tjinta,
Anneke, Roelie, Heleen, Paul, Woutertje, Landa. 1
Het adres was: Dr. F.J.Bosman Djawa C .Q.
Als afzender: R.H.H.Bosman-Schrieke. Blanda. No. 23323 Djawa C.Q.
1 9-3-2605.
Pappie, lieve Friso,
Na veel ziekte zijn we nu allemaal gezond. We hopen dat ook voor de
Friso’s. Nog geen kaart ontvangen. Elke
avond denken we aan beide Friso’s. Blijf in de Heer geloven. Woutertje
is heel pienter. In de trein was hij heel
lief, sliep goed. Vroeger waren we hier bij Kapa, nu bij Jaap, Bertha,
Christien. Een groet voor de vrede voor
de Friso’s, familie en vrienden.
Kussen van ...
Anneke, Roelie, Heleen, Paul, Woutertje, Landa.
(De cursief weergegeven woorden zijn er door de Japanse censuur
verwijderd.)
121
Wanneer zal deze kaart aankomen?
Woutertje wordt echt: pienter betoel1!
Als hij een stukje lekkers heeft gehad en wij doen het doosje dicht en
zeggen: “Het is op,
Woutertje!”, dan zegt hij: “Nee, koek, meer, meer!” Hij is nu erg
verkouden en komt telkens
gehoorzaam naar ons toe en zegt: “Neus, neus!” Snuiten maar. Gisteren
leerde ik hem: “Sst!”
te zeggen met zijn vinger voor zijn mondje. Daar moest hij toch zo om
lachen. Ook kan hij
leuk kiekeboe spele n met Bernie Beckman, die nu bij ons logeert, omdat
zijn moeder in het
ziekenhuis ligt. Dat jochie heeft nog steeds lange blonde krullen. Zijn
moeder vindt het jammer
het af te knippen, voordat zijn vader het gezien heeft. Net een meisje!
's Nachts ligt hij naast me. Hij woelt erg. Soms vind ik zijn kopje 's
morgens vlak naast me
op het kussen. Als hij 's nachts wakker wordt, voelt hij, of ik er nog
ben.
Arm knulletje, hij mist zijn mammie erg. Ze is nu gelukkig bijna beter
en zal wel gauw terugkomen.
Een poosje geleden had mam last van rode vlekken op haar benen. Toen
heeft dr. Hennequin
haar gist voorgeschreven en dat hielp prachtig. Gisteren kwamen er ook
weer papaja’s van
de toko en we kregen met ons zessen een hele! Heerlijk!
Vandaag hebben we de ene helft opgegeten en morgen komt de andere helft
aan de beurt.
Gisteren hebben we voor de Zondag weer roerkoffie gemaakt. Heel lekker!
Eén ding is altijd heel vervelend: altijd als we iets lekkers hebben,
zit familie Mulder aan de
overkant ons aan te gapen. De moeder is wel aardig, maar voedt haar
kinderen verkeerd op.
De kinderen zijn naarlingen, die snoepen waar ze maar kunnen. Ze huilen
minstens één keer
per dag. Vooral aan Jantje hebben we een hekel. Mam denkt, dat hij
achterlijk is. Het geheel
is voor mij een voorbeeld hoe een gezin níet moet zijn.
De vorige week kregen we een paar dagen in plaats van pap pannekoeken.
Erg lekker! Met
suiker en kaneel. Maar Toean Nippon vond, dat we teveel meel en olie
gebruikten en uit was
1 echt slim.
122
de pret! Nu krijgen we weer 's morgens en 's avonds 2 soeplepels
dedek-pap1 en 's middags
wat rijst met sajoer en sambal. Laatst trilde ik helemaal van de honger
en heb toen maar 4
bekertjes thee achter elkaar gedronken. Dat hielp wat.
De vorige avond hebben we samen weer eens gezellig spelletjes gedaan,
o.a. Pit en Quit.
Mam leest ons 's avonds vaak voor uit de bijbel en de liederenbundel. En
's morgens uit mijn
boekje: Een bede voor elke dag. Woutertje kan al zo lief zijn hand jes
vouwen, als we bidden
voor het eten.
Vanmorgen is er een vergadering geweest van alle blokleidsters van het
kamp met een hoge
Japanse officier. Er is over vele dingen gesproken, want ze mochten hun
klachten voorleggen.
Natuurlijk spraken ze ook over het eten. Ze vroegen om meer rijst en
brood in plaats
van pap. Verder ook om: olie, bonen, suiker, vruchten en melk voor de
kinderen. Dr. de Wolf
werd er ook bij gehaald. Hij zei, dat het tuinwerk veel te zwaar was bij
deze voeding. Daar
gingen de vrouwen van “antjoer”2, zei hij. Verder werd er gevraagd of de
doodkisten, die van
oude britsen in elkaar gezet werden, niet meer door onze meisjes
gefabriekt hoefden te wo rden.
Daar wist de Jap niets van en hij was er erg verbaasd over.
Ook is er om schoolles gevraagd voor de kinderen. “Nee, dat kan niet”,
zei hij.
Verder vroeg hij, of we iets wisten van de oorlog. “Nee”, werd er
geantwoord, “We kregen
de laatste krant 3 maanden geleden. Daar stond in, dat er op de
Filippijnen en de Salomonseilanden
gevochten werd”.
“Ja, nu vechten ze daar ook nog,” antwoordde de Jap, “Amerika is sterk,
maar Japan ook.
Mocht het Amerikaanse leger hier eens binnen komen, hoe zult u zich dan
ge dragen?” “We
zullen rustig blijven.” was ons antwoord.
“En als ons leger zich eens moet terugtrekken, hoe moeten we jullie dan
besche rmen? Gaan
jullie dan mee of blijven jullie dan in het kamp achter?”
“We blijven liever hier achter, maar onder bescherming van enige
Japanners tot de Amerikaanse
bezetting komt”. Verder vroeg hij, of we ook wel onder Indonesisch
bestuur wilden
staan. “Nee, dat willen we in geen geval”, was ons antwoord. “Want we
zijn toch niet door
de Indonesiërs overwonnen, maar door de Japanners”. Zo werd er nog wat
door gesproken en
toen was de vergadering afgelopen. Ik weet niet of hij ons wat
hoopvoller kan stemmen. We
verlangen zo naar het einde van deze bezettingstijd, zonder pappie,
zonder Friso, maar met
honger, angst en uitzichtsloosheid. Laten we hopen, dat het een goed
einde mag zijn en niet
zoals Hall Caine schreef in zijn boek “Liefde boven haat”: “De eerste
vredesjaren zijn soms
erger dan de laatste oorlogsjaren”.
Dagrooster (buiten het tuinwerk om):
8.00 Appèl.
8.30 Brood voor Wouter roosteren en pap halen.
9.00 Warm water voor koffie of thee halen.
10.00 De was doen en badwater voor Wouter in de zon zetten.
11.00 Brood halen.
1.00 Rijst, kedelé3 en soms fruit halen.
1.30 Wouters melk halen. Was uitspoelen en ophangen.
2.00 Soep en sambal halen.
5.00 Warm water, geroosterd brood en pap halen.
6.00 Was naar binnen halen.
1 pap van slecht materiaal.
2 kapot.
3 gele peulvrucht met hoge voedingswaarde
123
9.00 Appèl.
10.00 Licht uit.
14-3-1945
Vandaag erg rustig, want ik had geen tuindienst. Roelie wel en mam moest
vanmiddag voor
iemand invallen. Het was haar eerste keer, maar dat is haar gelukkig
niet slecht bekomen. Ze
kreeg er een lekker zonnekleurtje van. Ik heb dus vanmiddag voor de
beide jonkies gezorgd.
Toen ze sliepen, heb ik wat roerkoffie gemaakt voor de harde
tuinwerksters. Ze vonden het
een heerlijke verrassing en wij moesten na tuurlijk ook meeproeven.
Vanmorgen zou er weer inspectie zijn van 10 hoge Jappen. Alles moest
keurig netjes zijn
natuurlijk. Om 11 uur kwamen er zeven het kamp doorsjokken. In onze
loods zijn ze niet
eens geweest.
15-3-1945
Het is vandaag een “grote” dag voor ons, want....... er is suiker binnen
gekomen!
We kregen 8 ons per persoon en dat is erg veel.
Mevrouw Beckman is vanmorgen teruggekomen, dus Bernie is weer naar haar
toe.
Maar mevrouw Wesly (tegenover ons) gaat morgen naar het ziekenhuis en
dan komt haar
zoontje George onder onze hoede. Het is een echte kwajongen, maar hij
kan toch ook wel
aardig zijn.
Vanmorgen had ik patjoldienst, maar kreeg weinig te doen. De regeling is
nu weer anders:
Eerst werkte groep A de ene dag en groep B de andere, maar nu is het
Groep A 's morgens en
groep B 's middags. Dus nu zijn Roelie en ik om de beurt weg op één dag.
Woutertje was vanmorgen zo grappig. Toen hij zag, dat ik naar de tuin
ging, zei hij: “Akoe
tuin, Akoe tuin!” Toen wees hij op mijn beker: “Beker Akoe tuin!” en
even later kwam hij
met mijn zakmes aanzetten: “Akoe mes!” Het was zo leuk, dat hij al
begreep, dat we een mes
meenamen, als we naar de tuin gingen voor het wieden.
2-4-1945
Gisteren was het Paaszondag. 's Morgens zijn mam, Heleen, George en ik
naar de kerk geweest.
Er was ons gezegd, dat er ook een doopdienst zou zijn, maar dat ging
niet door. Tante
Chris sprak over de drie dagen: Goede Vrijdag, Stille Zaterdag en
Paaszondag, als de droevige,
de stille en de blijde dag. Voor ons zijn het nu droevige tijden, maar
volgt hierop geen
tijd van stilte en inkeer, dan zal er ook geen blijde dag aanbreken. Ik
vond, dat ze het heel
goed zei. We zitten de laatste tijd erg vaak buiten, achter zaal B. Daar
is het rustig en kunnen
we van het mooie weer genieten. Mam leest ons dan een stukje voor uit de
bijbel. Tussen de
bomen door kunnen we net een stukje van de Goenoeng Merbaboe zien.
Gisteren scheen de
avondzon daar toch zo prachtig op. Op dat plekje houd ik ook meestal
mijn Zondagschoolklasje.
Gistermorgen kregen we weer pap in plaats van djagoeng, wat veel mensen
jammer vonden,
want ze hadden djagoengpaaseitjes willen maken voor de kinderen. Maar
niet getreurd, er
werden evengoed haasjes, vogeltjes, nestjes met eitjes geschapen en wel
van lobak, wortels
en laboe. Dat stond zo grappig! Roelie heeft voor Paul zo’n vogel op een
nestje gemaakt. Peter
en Teun Groenewegen kregen van hen een wortelhaasje met twee drukknopen
als ogen.
Voor mijn Zondagschoolkinderen had ik worteleitjes gemaakt met een blauw
draadje erom
en wat laboe-grasjes erbij en wat suiker als rand. Ze vonden het
allemaal erg leuk.
Roelie voelde zich niet erg lekker. Haar klasje hebben we toen over de
onze verdeeld. George
is nu bij mij. Hij zat gelukkig stil, wat anders niet vaak voorkomt.
Vooral 's middags als
hij rusten moet, kan hij een lastig heer zijn. Dat komt natuurlijk ook
wel doordat zijn moeder
124
hem de laatste tijd nogal verwende en in veel toegaf. Als ik later
kinderen heb, zal ik één
ding nooit doen: ze grondig verwennen. Af en toe wel eens een beetje,
maar nooit zo dat ze
vervelend worden.
Gisteren hebben we voor de Zon- en feestdag weer roerkoffie gemaakt.
Mmmm!
En 's middags bekeken we de foto’s, die we hadden kunnen meenemen. Er
kwamen veel herinneringen
naar boven. Ik heb ook nog wat kunnen lezen in het boek “Vadertje
Langbeen”.
Een enig boek!
Hier volgen de namen van de zusters in het grote ziekenhuis:
Zr. Aalders, zr. van de Voort, zr. Wemper, zr. Beer, zr. Verdonk, zr.
Hogeboom, zr.
Prossman, zr. Hen, zr. Meier, zr. Gracius, zr. van Heusden, zr. van
Dijk, zr. Bot, zr. Hendriks
en zr. Suus.
Mijn levensideaal:
“Het leven dapper, blijmoedig en liefdevol door te gaan met een diep
geloof en een vast vertrouwen
op God”.
Wijze woorden, die ik tegen kwam:
If your face wants to smile, let it! If it doesn’t, make it!
Geven, blij te geven, maakt je leven rijk.
Behoud je glimlach en maak er het beste van.
Geef een van-genade-vervuld en met- zout-gekruid antwoord.
“Dan, ook dan nog, ben ik rijk in God!” juiche het in mijn ziel.
2-4-1945
We krijgen al 10 dagen lang 's morgens wat kedelé en 's avonds pap. 's
Middags bij de rijst
een beetje djagoeng. De kedelé bevalt me erg slecht, want ik krijg er
steeds buikpijn van. Nu
hebben we van mevrouw de Vos wat nieuws geleerd: we maken er peujeum1
van. Dat kan
zowel van djagoeng als van kedelé, maar van djagoeng is het veel
lekkerder.
Recept: Eerst in een vleesmolen fijn malen en dan weg zetten met gist,
suiker en water. Het
gaat prachtig en het is zo beter verteerbaar.
In de tuin hebben we nu een snertkarweitje op te knappen, we moeten
namelijk allerlei he ggen
er met tak en wortel uithalen. Notabene met patjols! Ik heb nu een blaar
aan mijn hand,
wat me bij het gewone werk niet meer overkwam. Dat hakken op die
stronken is doodve rmoeiend
en ook de patjols hebben het zwaar te verduren. Alleen als de koffie
komt, is
niemand meer moe.
10-4-1945
De toko is gelukkig weer open, maar alweer zijn vele dingen duurder
geworden.
Toiletzeep 58 ct, waszeep 45 ct, kwee boloe2 16 ct, een colombijntje 37
ct, 1 ons uien 36 ct, 1
ons lomboks 36 ct. Gelukkig is er vandaag suiker gekomen: 1 pond per
persoon. Verrukkelijk!
Het is verschrikkelijk om helemaal niets te hebben. Vanmorgen was ik
weer zo slap, dat
ik haast niets heb gedaan. Ook mam heeft er veel last van.
Op de vorige Vrijdag was er huiszoeking door het hele kamp (geld,
radio’s, electrische apparaten,
e.d.) Zo ze nuwachtig als ik vroeger was, zo onverschillig voelde ik me
nu. We waren
net in de tuin aan het werk begonnen, of daar kwamen drie kleponners
langshollen. Even la-
1 gegiste pap
2 soort koekje
125
ter kwam er een dame van het kantoor, die ons naar huis stuurde. Weldra
zagen we nog meer
kleponners en ook Jappen. Alle loodsen werden bezet. Bij ons waren allen
al druk bezig de
koffers open op de britsen te zetten. Een Jap holde naar binnen en met
een: “Keloear, keloear!
1” werden we naar buiten gejaagd. Buiten onder de twee regenbomen
moesten we wachten.
Onze loods kwam het eerst aan de beurt. Ze vonden er niet eens erg veel.
Een klein
mandje vol was de hele buit. Daarna werden we “aan den lijve ” bevoeld.
Bij ons gelukkig
door mevrouw van Dalen en mevrouw Groenewegen, maar bij andere blokken
door een kleponner.
Brrrr! Eindelijk, eindelijk mochten we om half 4 naar binnen, allemaal
erg verbrand en ho ngerig.
Binnen was het een bende, alles lag op en door elkaar. Heleen’s
spaarpotje lag opengebroken
op de plank, maar de halve centen lagen er nog in. We misten niets.
Bijna was onze
warmwaterzak ingepikt, maar dat hebben mevrouw van Dalen en mevrouw
Groenewegen
nog net kunnen voorkomen. Al het eten stond klaar in de keuken en kon
dus zo uitgedeeld
worden. Wat smaakte dat!
29-4-1945
Zondag. Er mocht jammer genoeg geen kerkdienst gehouden worden. We zijn
toen weer
achter zaal B op een rustig plekje gaan zitten met onze boterham. Mam
las ons voor uit de
bijbel. Ja, we hadden weer een echte boterham, want toean “Nippon” heeft
al een week lang
de “goedheid” ons brood te sturen. De gist wordt hier in het kamp
gemaakt en dan naar de
fabriek gestuurd. De porties djagoeng worden steeds kleiner. Ons
Zondagsmaal bestond uit
extra dikke pap en een half ons suiker. Mmm!
Corrie, Roelie en ik zijn vanmiddag weer naar het clubje van juffrouw
Kerling geweest, die
allerlei interessante dingen uit de wereld van de biologie vertelt, o.a.
over bacteriën, injecties,
vaccins, sera, besmettelijke ziekten, koepokken, enzovoort. Ik vind het
enig, want er is nog
zoveel, waar ik niets van weet. Corrie en ik hebben met Katrien Miedema
afgesproken met
Franse les te beginnen. We willen proberen het derde deel van “Cours
Pratique” nog eens
door te nemen en af en toe een verhaal uit mijn leesboek te lezen. We
hebben mevrouw Wesly
gevraagd om ons wat te helpen of uit te leggen. Ze doet het graag en dat
is reuze lief, want
ze voelt zich na haar ziekte nog niet erg goed.
Jopie van Nie logeert nu bij ons, want zijn moeder ligt met angina in
het ziekenhuis.
Hij is rustig en heeft lang niet zoveel tinka’s2 als anders. Ik heb nu
drie baantjes tegelijk: Ik
moet djagoeng wassen, ben reserve-patjolster en assistente van mevrouw
Viegeler, de zaalzuster. Mijn verpleegsterswens gaat al een beetje in
vervulling, want ik
moet nu zorgen voor mevrouw Wesly, Bakker en Leefers. Bedden opmaken,
kinderen baden,
warme kruiken en eten halen en zo meer. Het valt best mee. Ik vind het
leuk om zo wat te
kunnen helpen en verzorgen. En later fijn in een groot ziekenhuis met
veel andere zusters
samen. En wie weet met pappie als dokter?
Een paar dagen is er 1000 kg oebi uit de tuinen geoogst. Dat wordt nu
geregeld in de sambal
verwerkt, erg lekker. De tuin-Jap was tevreden over ons. Verder hebben
we allemaal een
verzoekschrift mogen indienen. Velen hebben het niet gedaan, want ze
wisten niet wat ze
moesten vragen. Meer eten zouden we toch niet krijgen en aan andere
verzoeken voldoen ze
misschien ook niet.
2-5-1945
Mevrouw van Nie is terug uit het ziekenhuis. Unser Ruh ist hin!
1 naar buiten
2 kuren
126
Verder een opzienbarend nieuwtje: We mo gen eieren en pisangs bij de
toko bestellen: 1
Eendenei 47 ct, 1 kippenei 39 ct, 1 pisang 10 ct. Schandelijk duur, maar
we hebben toch voor
ieder een pisang en een ei besteld.
7-5-1945
20 Jaar geleden trouwden mam en pappie! Wat zouden we dat anders
feestelijk ge vierd hebben.
12-5-1945
Goed en vervelend nieuws! Een poos geleden ging er een gerucht, dat er
weer Rode-Kruispakketten
zouden komen. Verder hoorden we er niets meer over. Nu opeens kwam het
bericht,
dat ze er waren en uitgedeeld mochten worden. Er ging een hoera op!
Nu het vervelende nieuws: Vanmiddag riep juffrouw Bouvy het hele blok
bij elkaar en ve rtelde,
dat er op het kantoor bekend was gemaakt, dat dit hele kamp moest
verhuizen. Het was
grappig de verschillende reacties er op te zien. De één lachte, de ander
huilde, de derde keek
bedenkelijk en de kinderen hadden heerlijke visioenen van de trein.
Verder zei ze, dat we ons
met inpakken nog niet hoefden te haasten, want het kon nog een tijdje
duren. Wanneer en
waarheen wist ze niet. Wij zelf vinden het nu lang zo erg niet als toen
in Tjihapit. Nu nemen
we ons koffertje op en wandelen.
13-5-1945
Vanmiddag kregen we tot onze overgrote verrassing twee briefkaarten: van
pappie en van
Friso!
Op die van Friso is veel doorgekrast. Er staan nog maar 3 zinnetjes op:
“Saja sehat. Rob
Krijger djoega. Banjak tjoem”1.
En dan stond er zo’n ontroerend kinderlijke handtekening onder. Uit
andere jongens kaarten
begrepen we, dat hij nog steeds in het Bandoengse kamp zat.
Waarschijnlijk in een jonge nstehuis
met een dame aan het hoofd. Dat vindt mam erg fijn.
Pappie adresseerde zijn kaart nog naar Rijpwijk 84, dus hij wist niet
eens, dat we daar weg
waren. Van zijn kaart is er gelukkig niets doorgeschrapt. Hij schreef:
2605-2-11
Saja harep kamoe sekalian ada dalam kesehatan, bagai mana headaan anak2
baik?
Adakah oeang tjoekoep boeat penghidoepanmoe? Saja selamanja terkenang
akan kamoe,
djikalau kita bertemoe lagi. Olangka senang hati saja.
Djangan toeroet Petroes, sing pertjaja! Vitringa, De Ridder, Friso,
berkongsi tiga. Heleen
baik? (Dus daar weet hij toch van.) Isaac, Boudewijn, Chris sehat.
Taoenan berdelapan lagi.
Yof2.
Wat jammer, dat Friso niet bij hem zit. De man en de zoon van mevrouw
Kok wel, want ze
kreeg van hen beiden één kaart. Pappie heeft bij de afzender “Blanda3”
moeten invullen en
1 Ik ben gezond. Rob Krijger ook Veel kusjes.
2 Ongeveer het volgende) Ik hoop, dat we allen in goede gezondheid
verkeren, hoe gaat het met de kinderen? Is
er genoeg geld om te overleven? Mijn gedachten gaan vaak naar allen uit,
vooral als we elkaar weer zullen
ontmoeten. Ik ben tevreden.
(Nu het eigen gedeelte)
Volg Petrus niet na, maar blijf geloven. Vitringa, De Ridder, Friso
trekken met elkaar op. Gaat het goed met
Heleen? (Dus daar weet hij toch van) Isaac, Boudewijn en Chris zijn
gezond. (Zin onduidelijk) Yof.
3 Nederlander.
127
daarvan heeft hij de B heel dun en Landa heel dik geschreven. Zo enig is
dat. Eerst begrepen
we de laatste zin niet erg, maar nu denken we, dat hij hoopt, dat we met
de verjaardagen
weer bij elkaar zullen zijn. Dat hopen wij ook!
14-5-1945
Woutertjes tweede verjaardag! Het was me een drukte en een bende
cadeautjes bij ons.
Vanmorgen stonden bijna alle kinderen van de loods om het feestvarkentje
en zijn pakjes
heen. Van haast iedereen kreeg hij een kleinigheidje. Het was zo leuk!
Wouter werd helemaal niet verlegen en was ook niet overbluft. Heel
vrolijk en leuk pakte hij
alles uit en bij het opengaan riep hij: “Ai, ai!” Vooral de djahé’s1
vond hij fijn.
En als om de feestvreugde te verhogen werden er al een deel van de
Rode-Kruispakketten
uitgedeeld. We baadden opeens in ongekende luxe, want we kregen:
sigaretten, koekjes, pastei,
suikertjes, krenten, zeep, melkpoeder, chocola, kauwgom, corned beef,
kaas en plumpudding.
Van alles natuurlijk maar kleine beetjes, maar o, wat was dat
overheerlijk. En mo rgen
nog meer!
15-5-1945
Nu kwam er uit luilekkerland: Spekham, worst, jam, ragout, marmelade,
plumpudding, pastei,
zalm, koffie, vla voor de kinderen en 1 pruim.
Och, och, wat waren we de mensen, die hiervoor gezorgd hadden,
ontzettend dankbaar! Het
was zo lekker!
De blokkip heeft vandaag haar eerste ei gelegd, een schaalloos ei! Het
werd onder de kleintjes
verloot en Wouter kreeg het!
Er is net bekend gemaakt, dat het transport op 25 Mei begint. De zieken
eerst.
We kunnen onze boeken uit de bibliotheek ophalen. En ook de grote
aluminium pan die ze in
de keuken van ons in gebruik hebben. We deden een goede ruil: voor een
flinke hoeveelheid
zeep kregen we een grote rode pan en een bord.
16-5-1945
Nog was er geen eind aan de goede gaven. We kregen gecondenseerde melk,
keukenstroop,
suiker en margarine.
22-5-1945
Verjaardag van tante Mies en van opa Bosman.
Muruwi bezocht onze loods, hij is nog altijd even dik. Met het
ziekentransport gaan mee:
Mevrouw Wesly, Bakker, Leefers, Beckman, Parree, Koek, tante Willy Giese
Koch en tante
Christien.
23-5-1945
Mam’s verjaardag! We aten een puddinkje bij tante Christien. Erg
gezellig!
Een kleptomaan vrouwtje stal zakdoeken van de waslijn, ook van de onze.
Een paar waren te
achterhalen.
25-5-1945
De mensen van het eerste transport moeten hun koffers en barang
inleveren, o.a. mevrouw
Beckman en mevrouw Parree.
1 gember.
128
26-5-1945
Vannacht om half 2 is het eerste transport, voor het grootste deel
zieken, vertrokken met onbekende
bestemming. Men fluistert: naar Moentilan. Het was volle maan.
27-5-1945
Zondag. Matrassen naar de poort sjouwen en in vrachtauto’s laden.
28-5-1945
Pappie’s verjaardag. Och, alweer niet bij elkaar. Hoe lang nog al deze
ellende?
Vandaag vertrokken mevrouw Wesly, Bakker, Posthumus, de Geus, Leefers,
tante Willie
Giese Koch en zr. Ziegler. Ik ben nu blokzuster en moet bijzonderheden
melden aan zr. Sne llen.
30-5-1945
Woensdag. Om 5 uur is tante Aaf Graafstal vertrokken. We verhuisden naar
blok 18 en liggen
daar op kale britsen. Zondag of Maandag vertrekken we waarschijnlijk.
31-5-1945
We vertrekken Zondag om 5 uur. Onze reisnummers zijn: 308 – 314. We
krijgen vrij veel
djagoeng en kedelé en maken er koekjes van.
Ik heb gegrasduind op de vuilnishoop achter het kamp en vond nog wat
bruikbare lappen. Ik
verdiende met koffers sjouwen een paar sigaretten. Roken vind ik vies,
maar het is een mooi
ruilmiddel. Woutertje holt door alle rommel rond en vermaakt zich wel. |