Previous • Hoe het begon • 1943 • Tjihapit • Solo • Lampersari • Naar Nederland • Regerings Verklaringen |
Regerings Verklaringen |
|
Toespraak
koningin Wilhelmina voor geïnterneerden op 21 november 1945: |
Welkom!
Landgenooten, die zijt teruggekeerd uit de hel van concentratiekamp,
gevangenis, werk- of
gevangenkamp, of een of meer van deze beproevingen hier te lande hebt
ondergaan, en gij,
die thans uit Indië zijt aangekomen, tot U allen wil Ik een persoonlijk
woord richten:
Nu de eerste schepen uit het eens zoo vredige en welvarende Insulinde
met uit-geputte kinderen,
vrouwen en mannen zijn binnengeloopen, en deze thuiskomst in zoo groote
getale, na
zoo verre reis over oceaan en zeeën, wellicht nog duidelijker tot de
verbeeldingskracht
spreekt van iederen Nederlander en deze nog meer doet beseffen, welk
nameloos leed hij geroepen
is te lenigen, dan bij den stroom huis waartsgekeerden uit Duitschland
en de door dat
land bezette gebieden, heb Ik dit oogenblik aangegrepen om tot U allen
het woord te richten.
Hartelijk welkom heet Ik U, landgenooten, die de verre reis naar hier
hebt vo lbracht. Gij zijt
voor ons in Nederland de verpersoonlijking van hetgeen geleden is drie
en een half jaar lang
onder den hiel van den meedoogenloozen Aziatischen overweldiger en van
de daarop gevolgde
geestelijke en lichamelijke martelingen na den val van Japan. Met open
armen ontvangt
U het veilige, gastvrije Nederland, dat U zeker alles zal geven, wat het
te geven heeft.
Wij allen hier wenschen U toe rust en spoedig he rstel van krachten.
Diepe ontsteltenis heeft
zich van elkeen meester gemaakt bij het vernemen van de berichten over
het gruwelijke, dat
zoovelen, die zich trouw verbonden voelen aan ons Rijk, is overkomen,
waarbij Ik niet zou
willen vergeten hen, die neergeveld werden om der wille van hun geloof.
Vol eerbied en bewondering zijn Wij voor Uw onoverwinnelijke geestkracht,
taaiheid en
volharding in die tijden van vernedering en smaad. Zij deden U de
moeilijke omstandigheden,
waaronder de thuisreis moest worden volbracht, moedig aanvaarden. Dat
vervult ons
met vertrouwen, dat gij de toekomst met dezelfde geestkracht tegemoet
zult gaan.
En thans, gij die eerder van elders en langs anderen weg het vaderland
hebt bereikt, soms na
lange omzwerving en moeizame reis, gij, vrouwen en mannen, die daarginds
de verschrikkingen
van concentratiekamp en gevangenis hebt doorstaan of wel gij, die in het
vaderland
door deze hel zijt heengegaan, Ik weet, hoe zwaar gij geleden hebt naar
ziel en lichaam en
hoe langzaam uw geknakte gezondheid, uw uitgeteerd gestel zich weder
oprichten en hoe gij
meestentijds nog steeds het beeld van al die verschrikkingen in U
omdraagt. Maar Ik weet
ook, hoe gij bovenal, door de diepten van uw geestelijk lijden heen,
kunt opklimmen tot een
punt, waarop gij U keert naar de toekomst om met nieuwen moed een nieuw
leven aan te
durven.
Ik begrijp uw teleurstelling en ontgoocheling, waar alles niet zoo
geloopen is, als gij U de
toekomst had voorgesteld. Deze teleurstelling en ontgoocheling liggen
zoozeer in de natuur
der dingen. Toch zie Ik ook in het lijden van ons geheele volk, zij het
op andere wijze dan
gij, de verklaring voor de traagheid in het U zielkundig begrijpen en
tegemoetkomen, zooals
gij dit verwacht en gehoopt hadt.
Op het tijdstip, dat gij onze grens overschreedt, waren de geesten
geheel in beslag genomen
door den zorg om het dagelijksch bestaan en de eigen ontberingen en met
het overwinnen
van de eigen moeilijkheden. Toch lijdt het geen twijfel, dat Nederland
weet, wat gij over ge165
had hebt voor de zaak der vrijheid en de bevrijding des vaderlands en
dat het trotsch op U is.
Wij mogen en zullen dit niet vergeten.
In een tijd, als waarin wij thans leven, kunnen wij Uw bezielend
voorbeeld en de kracht, die
van U uitgaat als strijder en strijdster niet missen, willen wij een
nieuw en beter vaderland
bouwen. Wij hebben ieder van U noodig, onverschillig of gij weer tot
werken in staat zijt of
nog gekluisterd zijt aan een smartelijk ziekbed; wil ons ook nu voorgaan
met de inspiratie,
die U bezield heeft en de geestkracht, die gij aan den dag gelegd hebt
tijdens de verschrikkelijke
jaren, die achter ons liggen, geef U opnieuw op deze wijze voor ons
allen, voor het vaderland.
Met hart en hoofd geheel vervuld met dit levensdoel, za l opnieuw geluk
Uw leven
binnenstroomen en God geve U daarbij innerlijke rust en vrede.
Gij kunt vertrouwen, dat ieder, die op dit punt verantwoordelijkheid
draagt, zich van die verantwoordelijkheid
bewust is en dat de resultaten van hun handelen, naarmate het herstel
toeneemt,
steeds duidelijker zullen worden.
Nu Ik tot U spreek, gaan als vanzelf mijn gedachten ook met trotsche
voldoening uit naar
onze dappere strijders te land, in de lucht, ter zee en bij de
koopvaardij, van wie veel geestkracht
en moed gevraagd wordt om de gevolgen, die de oorlog voor hen met zich
heeft gesleept,
voor het verdere leven te dragen, die hetzij gewond werden in den strijd
of wel als
gevangenen de daarmede gepaard gaande ellende hebben moeten verduren;
hier behoef Ik
slechts Thailand te noemen.
Hun allen roep Ik toe: wij hebben ook U noodig; vervult Uwe roeping,
bouwt allen mede,
geestelijk en ook stoffelijk, aan het nieuwe Vaderland en aan het nieuwe
Rijk.
Ten besluite spreek Ik tot alle Nederlanders. Wij zijn aan onze
driekleur, die ons in deze jaren
zoo dierbaar is geworden, verplicht te toonen, dat het ons diepe ernst
is met onze dankbaarheid
tegenover al deze vrouwen en mannen, die het beste gaven voor Nederland,
voor
ons Rijk en voor ons. Het is onze eereplicht hen nie t teleur te stellen.
1946 |
|
De Regeeringsverklaring
Naar het nieuwe Indonesië
Vrije beslissing na begrensden tijdsduur |
De luitenant-gouverneur-generaal Dr. H. J. Van Mook heeft gisteren
namens de Nederlandsche
regeering de volgende verklaring aan den heer Sjahrir overhandigd:
De Nederlandsche regeering gaat bij haar beleid ten aanzien van
Indonesië uit van de ove rtuiging,
in de rede van Hare Majesteit 1942 uitgedrukt in de woorden: „Ik weet,
dat geen politieke
eenheid en verbondenheid op den duur kunnen blijven bestaan, die niet
gedragen
worden door de vrijwillige aanvaarding en de trouw van de overgroote
meerderheid der burgerij”
Daarop voortbouwend plaatst zij zich op het standpunt, dat de bevolking
van Indonesië
na een begrensde periode van voorbereiding in vrijheid over haar
staatkundig lot zal moeten
kunnen beslissen.
Zij acht het mitsdien haar plicht, uit hoofde van de op haar rustende en
door haar diep gevoelde
verantwoordelijkheid, alles in het werk te stellen om zoo spoedig
mogelijk de voorwaarden
in het leven te roepen of tot vervulling te brengen, die zulk een vrije
beslissing mogelijk
zullen maken en haar internationale erkenning zullen verzekeren,
daarmede tevens uitvoering
gevende aan het bepaalde in artikel 73 van het Handvest der Vereenigde
Volken.
Zij is daarbij, zonder iets aan het in den aanvang gestelde beginsel te
kort te doen, harerzijds
overtuigd, dat ook daarna het heil van het land en van de onderscheiden
volken van Indonesië
zijn besten waarborg zal kunnen blijven vinden in de vrijwillige
bestendiging, naar de
woorden van Hare Majesteit, van „een rijksverband, waarin Nederland,
Indonesië, Suriname
en Curaçao tezamen deel zullen hebben, terwijl zij ieder op zichzelf de
eigen inwendige aangelegenheden
in zelfstandigheid en steunend op eigen kracht, doch met den wil
elkander bij
te staan, zullen behartigen”.
Op grond van het voorgaande stelt de Nederlandsche regeering zich voor
om, in overleg met
veelzijdig gekozen, gezaghebbende vertegenwoordigers van Indonesië, een
structuur te ontwerpen
voor het Koninkrijk en voor Indonesië, gebaseerd op een
deelgenootschappelijken,
democratischen grondslag.
Deze structuur zal gelden voor een begrensden tijdsduur, binnen welken
het mogelijk wordt
geacht, dat de voorwaarden voor de hierboven bedoelde vrije beslissing
zullen zijn vervuld.
Aan het eind van dien tijdsduur zullen de deelgenooten zelfstandig
beslissen omtrent de
voortzetting hunner betrekkingen op den grondslag van een alsdan
volledig en vrijwillig
deelgenootschap.
Verschil van meening over de vraag, of die tijdsduur alsnog behoort te
worden verlengd,
voordat een vrije beslissing mogelijk is, zal worden onderworpen aan een
verzoeningsprocedure
of, zoo noodig, aan arbitrage.
«
Ten aanzien van de in de vorige alinea genoemde structuur zal he t
overleg worden gevoerd
aan de hand van de volgende hoofdpunten:
a) Er zal zijn een gemeenebest Indonesië, deelgenoot in het Koninkrijk
en samengesteld uit
landen met uiteenloopende graden van zelfregeering.
b) Er zal ingesteld worden een Indonesisch bur gerschap voor allen die
in Indonesië geboren
zijn; Nederlandsche en Indonesische burgers zullen bevoegd zijn tot het
uitoefenen van alle
burgerschapsrechten in alle deelen van het Koninkrijk.
167
c) De inwendige aangelegenheden van het gemeenebest Indonesië zullen
door de eigen organen
van dat gemeenebest zelfstandig worden geregeld, waarbij voor het
gemeenebest als geheel
wordt gedacht aan een op democratische wijze samengestelde
volksvertegenwoordiging,
derhalve met een substantieele Indonesische meerderheid, een ministerie,
samengesteld in
politieke harmonie met de volksvertegenwoordiging en een
vertegenwoordiger van de Kroon
als hoofd van de regeering.
d) De constitutie, waarin de vorenbedoelde structuur zal zijn vervat,
zal waarborgen bevatten
ten aanzien van fundamenteele rechten als godsdienstvrijheid,
rechtsgelijkheid, ongeacht geloof
en ras, bescherming van persoon en goed, onafhankelijkheid der
rechtspraak, bescherming
van de rechten van minderheden, vrijheid van onderwijs en vrijheid van
meening en
meeningsuiting.
e) Teneinde in staat te zijn om de plichten na te komen, die artikel 73
van het Handvest der
Vereenigde Volken op het Koninkrijk legt, zal de vertegenwoordiger van
de Kroon, onder
verantwoordelijkheid aan de regeering van het Koninkrijk, met enkele
bijzondere bevoegdheden
bekleed zijn ter waarborging van fundamenteele rechten, van goed bestuur
en van gezonde
financiën; hij oefent deze bijzondere bevoegdheden alleen uit, indien
deze rechten en
belangen worden aangetast.
f) De centrale organen, die functies uitoefenen voor het geheele
Koninkrijk, zullen worden
samengesteld uit vertegenwoordigers van de Rijksdeelen. Gedacht is aan
een Rijkskabinet,
samengesteld uit ministers van alle Rijksdeelen en een rijkswetgeving,
die de instemming
behoeft van de volksvertegenwoordigingen der Rijksdeelen.
g) Na de inwerkingtreding van de bovenomschreven structuur zal de
Nederlandsche regeering
de spoedige toelating bevorderen van het gemeenebest Indonesië als lid
van de Organisatie
der Vereenigde Volken.
Den Haag/Batavia, 10 Febr. '46. |
|
Toelichting van Dr. H. T.
van Mook |
Vorenstaande verklaring van de Nederlandsche regeering is op 10 februari
1946 door dr. Van
Mook aan de pers overhandigd na het uitspreken van de volgende inleiding:
De verklaring van de Nederlandsche regeering met betrekking tot
Indonesië, die eenige uren
geleden aan de Staten-Generaal in Den Haag werd medegedeeld en die
vandaag wordt gepubliceerd,
vertegenwoordigt een vernieuwing in de betrekkingen tusschen Nederland
en Indonesië,
Voor de eerste maal in de geschiedenis van die betrekkingen wordt een
duidelijke
doelstelling gegeven aan de politieke ontwikkeling van Indonesië. Met
erkenning van het
zelfbeschikkingsrecht voor de burgers van dit land geven de voorstellen
een duidelijken en
practischen weg aan naar democratische vrijheid.
Een overgangstijdperk, noodzakelijk om de vernielde economie van dit
land te herstellen en
den opbouw van een natie te voltooien, zal moeten worden bepaald. Indien
zij onvoldoende
blijkt, zal over de verlenging beslist worden in overeenstemming
tusschen Nederland en Indonesië
of, indien zulk een overeenstemming niet wordt bereikt, door de
uitspraak van een
onpartijdigen derde.
Aan het einde van dit overgangstijdperk zal Indonesië geheel vrij zijn
over zijn staatkundige
toekomst te beslissen.
De Nederlandsche regeering meent door het formuleeren van deze
voorstellen in overeenstemming
te handelen zowel met het politieke inzicht van de groote meerderheid
der
Nederlandsche bevolking, als tot de wereldopinie, die werd uitgedrukt in
artikel 73 van het
Handvest der Vereenigde Volken. Zij wenscht geen enkel deel van de zware
verantwoordelijkheid te ontwijken, die de geschiedenis op de schouders
van Nederland heeft
gelegd met betrekking tot Indonesië. Evenmin echter wenscht zij eenigen
twijfel te laten
omtrent haar erkenning van het streven der Indonesische bevolking naar
gelijkwaardigheid
en zelfstandigheid als natie.
De verwarring, die het gevolg is geweest van de Japansche verdrukking en
van de omstandigheden,
die de overgave van Japan hebben begeleid, hebben voor de Indonesiërs,
in het
bijzonder op Java en Sumatra, deze ontwikkeling van het Nederlandsche
inzicht verduisterd.
Hoewel die ontwikkeling een natuurlijk resultaat was van de beginselen
onzer politiek, zooals
die reeds in 1901 zijn bepaald, en van den algemeenen gang van zaken
vóór en gedurende
den oorlog, zoo hebben isolatie en verkeerde voorstellingen ernstige
misverstanden teweeggebracht
tusschen beide volken, die door gewelddaden ongelukkigerwijze zijn
vergroot.
Mijn regeering zou er de voorkeur aan hebben gegeven als zij van den
aanvang af op georganiseerde
wijze over de toekomst had kunnen overleggen, maar omdat dit onmogelijk
is
gebleken, heeft zij besloten tot deze regeeringsverklaring, teneinde de
onzekerheden en het
wantrouwen aan beide zijden op te klaren.
Het vraagstuk ondervindt en ruime en sympathieke belangstelling in
Nederland, ondanks de
sterke reacties op recente gebeurtenissen. Het is, zooals vanzelf
spreekt, van vitaal belang
voor de bevo lking van dit land. De regeeringsverklaring stelt het en
geeft een oplossing aan
in zoo weinig mogelijk woorden.
169
Vele details zullen moeten worden besproken. en aangevuld; vele vragen
zullen antwoord
behoeven; vele onderdeelen zullen moeten worden verduidelijkt. Maar de
algemeene beginselen
zijn helder.
Zelfbeschikking en onafhankelijkheid hebben een stevig fundament noodig
in deze moeilijke
dagen. Mijn regeering, acht het haar eerste plicht de bevolking van
Indonesië bij te staan in
bet herstel, de constructie en de bevestiging van dat fundament.
Zij wil dat doen van den aanvang af, in een systeem en een geest van
deelgenootschap, omdat
zij overtuigd is, dat dit de beste en doelmatigste methode is en omdat
zij overtuigd is, dat
een deelgenootschap, volledig en vrijwillig, de beste oplossing voor de
toekomst biedt.
Nederland en Indonesië zullen daaromtrent moeten beslissen na het
overgangstijdperk; gedurende
dat tijdperk zullen de voordeelen en de moeilijkheden van een
deelgenootschap worden
beproefd.
De Nederlandsche regeering houdt zich ervan verzekerd, dat het resultaat
de juistheid van
haar inzicht zal bewijzen.
De keuze voor het Indonesische volk en zijn leiders is ernstig, doch
eenvoudig in haar hoofdtrekken,
zij ligt tusschen "zelfbeschikking in onzen tijd", na een periode van
constructieve
samenwerking en met de best verkrijgbare garantie voor een blijvende
structuur van hun
land, of de voortzetting van een vruchteloozen en verwoestenden
burgeroorlog.
Een zelfregeerende natie kan niet worden gebouwd op armoede,
ondervoeding en economische
verspilling. Zij kan niet worden gehandhaafd met werktuigen, die
versleten en verouderd
zijn. Zij kan geen erkenning vinden zoolang de levens van onschuldige
menschen worden
bedreigd, minderheden worden geterroriseerd, vrijheid van meening en
woord wordt onderdrukt
en het vertrouwen ontbreekt, dat de grondslag moet zijn van haar
verbindingen met
de buitenwereld.
De verwezenlijking van de voorgestelde maatregelen zal bovendien aan
Indonesië den snelsten
weg openen tot de gemeenschap van natiën als lid van de Organisatie der
Vereenigde
Volken; verwerping zal voor onbepaalden tijd het verkrijgen van
internationale persoonlijkheid
vertragen.
De Nederlandsche regeering doet een beroep op alle patriotten om den
strijd te staken tegen
hun vrienden, die met hen geleden en gestreden hebben voor dit land, en
om de handen ineen
te slaan, teneinde met volhardende inspanning hun land uit zijn nood op
te heffen en
voor te bereiden voor de zware verplichtingen en de eervolle plaats van
een goed georganiseerde,
verantwoordelijke en geëerbiedigde natie.
Zij doet een beroep op alle goede burgers om samen te werken tot het
herstel van orde en
rust, de leniging van nood en de bevrijding van hen, die onschuldig
worden gevangen gehouden.
Zij doet een beroep op de leiders van iedere belangrijke organisatie,
iedere groep en ieder
volk in Indonesië om deel te nemen aan de besprekingen, die zij zich
voorstelt te organiseeren
voor het ontwerpen van de nieuwe structuur en van den
reconstructie-arbeid.
170
Zij is ervan overtuigd, dat dit beroep weerklank zal vinden bij allen,
wien het ware belang
van dit land ter harte gaat. |
|
 |
|
MALEISE WOORDEN EN UITDRUKKINGEN IN OUDE
SPELLING
(Woorden tussen ‘’ zijn of aan het Nederlands ontleend of vernederlandst
Maleis) |
ajer water
aloen aloen centraal veld of plein met vaak een waringinboom in het
midden
ampas resten van kokos na de bereiding van santen
anak kind
anglo komfoor, houtskooloven
apa wat?
arang houtskool als brandstof gebruikt
asem tamarinde, zur e peulvrucht
babat soort sikkel
baboe (< m’bah iboe = vrouw die moeder is) dienstmeid, kinderverzorgster
bagoes mooi
bajem spinazie
Bajoe Asih Liefdebron
bami Chinese spaghetti
barang bagage
batoe steen, kei
belanda blanke persoon, Hollander
beranak een kind krijgen
betoel echt (waar)
bilik vlechtwerk van bamboe, o.a. als wand gebruikt
blanda zie belanda
boekan niet, zonder, geen (bij zelfst. naam.); * main, geen spelletje (staande
uitdrukking)
boléh mogen
bolossen uitbreken, spijbelen
botol fles (< bottle); toekang *, voddenman
dèngdèng gekruid, geplet en in de zon gedroogd he rtenvlees of
zwijnevlees.
djagoeng mais
djeroek geelgroene citrusvrucht
djongos huisbediende (< jongen)
doedoek zitten
‘es’ ijs
gabba ongepelde rijst
gaplek gedroogde ketèla (singkong)
gedèk wand van gevlochten, gespleten bamboe
gemoek dik
goela suiker, * batoe, kandij, * djawa, Javaanse bruine kandij
goedang bergruimte
goeni soort jute
goreng bakken; nasi *, gebakken rijst met uien, knoflook, eieren, ketjap,
trassi en
sambal; pisang *, gebakken banaan
grobak grote kar op houten wielen en door een buffel getrokken
hoenkwee Chinese naam voor meel van katjang idjo (Phaseolus radiatus),
een soort
groene erwtjes
Indo iemand van (Javaans-) Indisch-Nederlanse afkomst, Indische
Nederlander
(later)
173
ini dit, deze
itoe dat, die
katjang peulvrucht, pinda; * idjo, kleine, groene erwtjes; * pandjang (lett.
lange
peulvrucht) kousenband
kawat prikkeldraad
kedelé gele peulvruchten met zeer hoge voedingswaarde
keloear naar buiten gaan, komen.
kering droog
ketèla (singkong) cassave
ketimoen komkommer
ketjap sojasaus
klamboe fijnmazig net om het bed als bescherming tegen muskieten
klapper (<klapa) kokosnoot
kopi koffie. * toebroek, gemalen, ongefilterde koffie, in een grote
beker gedaan
met heet water en suiker
kwee koek(je), * boloe, soort koekje * semprong, opgerold koekje.
laboe ajer peervormige vrucht, die veel water bevat.
lalaki jongen, man.
lekas haast, opschieten, vlug
lobak rettich, lang soort radijs
lobang gat, dekkingsputje, schuilplaats tegen luchtaanvallen
lombok Spaanse peper, waar sambal van gemaakt wordt
lontong kleefrijst, gekookt in een pakje van bananenblad en dicht
gehouden door een
bamboesplinter
main spel, spelen, boekan *, geen spelletje (staande uitdrukking)
mandiën baden
Mangga lekkere vrucht met dikke pit en oranje vruchtvlees.
mau willen
moesoeh vijandig
nassi gekookte rijst; * goreng, gebakken rijst met uien, knoflook,
eieren, ketjap,
trassi en sambal; * tim, zachtgekookte rijst
njonja mevrouw
obat medicijn
oebi zoete knol
orang mens, * moesoeh vijand
pandjang lang
papaja vrucht als een dikke komkommer; lichte, meloenachtige smaak
pasar markt
patjol hakschop: landbouwwerktuig, waarmee men kan scheppen en hakken
pendaftaran persoonsbewijs
peujeum gegiste pap
pigi gaan
pisang banaan; * goreng, gebakken banaan
priet (< m’priet) snijdervogel. Javaans vogeltje met puntige snavel
rajap witte mier, termiet
‘rampassen’ roven
‘rampokken’ plunderen
rantang stel pannetjes in een houder om voedsel in één keer te vervoeren
sadja “maar”, doedoek * ga maar zitten
174
sajoer gerecht van natte groente
sambal verzamelnaam voor fijngewreven Spaanse peper. De verdere namen
duiden
de vele soorten sambal nader aan.
santen kokosmelk
sarong gebatikte lap, die over het onderlijf wordt gedragen
saté stukjes vlees op een dun prikkertje
semoea alles
semprong opgerold
seroendeng gebakken kokos
singkong (ketèla) cassave
tabé dag! (groet).
tahoe koek van gemalen soja
tempéh gefermenteerde sojakoek
terima kasi wel bedankt
tèrong aubergine
tida nee, niet
tikar slaapmat
tinka kuur, gril
tjangkoerilung Indische lijster
tjap stempel
tjèlèng wild zwijn
tjerita verhaal
toean mijnheer
toebroek botsen, kopi *, gemalen koffie in een grote beker met heet
water
toekang man (in de betekenis van ‘klusjes’man)
toko winkel, waar vrijwel alles te koop is
totok blanke Nederlander (die [nog heel] vreemd in Indië is)
trassi gefermenteerde vis- of garnalenpasta
waloe pompelmoes |
NIET-MALEISE WOORDEN EN UITDRUKKINGEN |
Aussie Australiër (omgangstaal)
‘brooche’ zegen (Jiddisch)
goochem wijsheid (Jiddisch)
mazzel geluk, voorspoed (Jiddisch) |
VERMOEDELIJK) JAPANSE WOORDEN |
fushinban Nachtwacht
han wijk, hantijo, blokhoofd
maschi (mashi)hallo |
Previous • Hoe het begon • 1943 • Tjihapit • Solo • Lampersari • Naar Nederland • Regerings Verklaringen |
|