Mijn moeder en haar broertjes zijn op Java geboren (Paré Paré) en
woonden daar tot de 13e verjaardag van mijn moeder, die nooit haar
Indonesische accent en verlangen verloor.
In 1937 ging mijn grootouders terug naar Sumatra, terwijl mijn moeder
op een internaat in Brussel zat en haar kleine broertjes woonden bij de
2 zusters van mijn grootmoeder en gingen naar school
in Amsterdam. Met het uitbreken van de tweede wereld oorlog heeft mijn
grootvader zijn vrouw naar Java gestuurd, hopend dat een van de twee de
oorlog zou overleven. Mijn grootvader werd in 1942 door de
Japanners onthoofd voor sabotage en mijn grootmoeder overleed 10 dagen
voor de bevrijding in het kamp van Semarang aan beri beri en malaria. In
1948 hebben we een condoleantie brief van Koningin Wilhelmina gekregen.
Onlangs kreeg ik via via een kampdagboek van een familie die ook op
Java woonden. Het is heel interessant als een chronique hoe de mensen
leefden gedurende de bezetting van de Japanners.
Ze praten een paar keer over mijn grootmoeder (Mevrouw de Weeger) en in
Semarang vonden ze uit dat ze is overleden. Ik las dat jullie wat een
paar Nederlanders kennen die ook administrators van plantages waren en
ik geloof dat jullie iemand kenden die ook in Semarang zat. Ik heb het
ook in het Engels. |